Kalverhouders regelen:
Kalverhouders werken met een vaste dierenarts, die regelmatig het bedrijf bezoekt. Samen werken ze met een gezondheidsplan. Antibiotica worden uiteraard zo min mogelijk gebruikt. Als een kalf ziek wordt, dan krijgt het medicatie om weer beter te kunnen worden.
In Nederlands kalfsvlees zitten geen antibiotica of andere stoffen die er niet in thuishoren. Voordat het dier de kalverhouderij verlaat, moeten eventuele diergeneesmiddelen helemaal zijn uitgewerkt. De onafhankelijke Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV) controleert strikt op mogelijke verboden middelen, zoals hormonen.
Kalveren krijgen kalvermelk en ruw- en krachtvoer. Het dagelijks menu is afgestemd op de leeftijd en de behoefte van het kalf. De dieren krijgen evenwichtige voeding en kunnen drinken wanneer ze dat willen.
Veel ingrediënten van het voer bestaan uit restproducten. Kalvermelk wordt deels gemaakt van wei, aangevuld met vitaminen en mineralen. Wei is een bijproduct van de kaasindustrie en krijgt zo een nuttige bestemming. Ruwvoer is belangrijk voor het stimuleren van natuurlijk gedrag, zoals herkauwen.
Laboratoria analyseren de grondstoffen voor het voer voortdurend op voedingswaarde en samenstelling.
Kalveren gaan naar de kalverhouder als ze ten minste 14 dagen oud zijn. Ze worden korte tijd in een open verblijf voor één kalf gehouden. Zo kan de kalverhouder elk dier in de gaten houden. Drinkt het goed, is het gezond? Jonge kalveren kunnen elkaar zien en aanraken. Zodra kalveren na twee tot vier weken voldoende weerstand hebben, gaan ze naar de grotere groepsruimten.
Nederlandse kalverhouderijen zijn als eerste overgestapt op groepsruimten. In de Kwaliteitsregeling Vitaal Kalf staan de voorwaarden voor die verblijven, zoals:
Stalvloeren moeten ruw zijn, zodat de kalveren grip hebben. Daarnaast moeten stallen goed kunnen worden schoongemaakt. Een ziek kalf moet een eigen verblijf hebben.
Kalveren die van het melkveebedrijf op weg zijn naar de kalverhouder, verblijven vaak kort op een verzamelcentrum. Daar worden ze bijeengebracht in gelijke groepen. Grotere kalveren komen bij elkaar. Vervolgens gaan de dieren verder naar de kalverhouder. Het laden, transporteren en lossen gebeurt in groepen en volgens strikte regels.
Handelaren werken met ‘kwaliteitssystemen’ met duidelijke richtlijnen. Een van die systemen is Vitaal Kalf. Chauffeurs zijn opgeleid om met de dieren om te gaan en houden een logboek bij. Ook voor het transport gelden (EU-)eisen voor de maximale afstand, de transport- en reistijden en het aantal dieren per wagen. Kalvertransporteurs reinigen en ontsmetten hun wagens na het lossen om te helpen voorkomen dat ze eventuele ziektes verspreiden.
Voor zeer warme zomerdagen gelden op de bedrijven bijzondere regels vanwege de hitte. Dan worden minder of helemaal geen dieren vervoerd.